Lelijk Eendje vandaag 80 jaar oud

Foto: Pixabay

Vandaag 80 jaar geleden, op 2 september 1939, rolt het allereerste ‘lelijke Eendje’ uit de Citroënfabriek. De Frans autofabrikant stelt niet al te hoge eisen aan de Citroën 2CV, zolang het ‘blikken beestje’ maar in staat is om een zak met 50 kilo aardappelen te vervoeren met een snelheid van 60 kilometer per uur.

(Tekst: Wim Meijer)

Cultvoertuig

Ondanks het feit dat het laatste ‘Lelijke Eendje’ al 29 jaar geleden van de band rolt, komen we het inmiddels tot ‘cultvoertuig’ verworden ‘kindje’ van de Italiaanse ontwerper Flaminio Bertoni nog regelmatig op de weg tegen. Niet vreemd, want er rijden er nog altijd 8500 in Nederland rond, en in de meeste gevallen verkeren ze in perfecte staat, omdat de eigenaren echte liefhebbers zijn. De reden daarvan? Zeker niet het rijcomfort. Want de vering van de ‘eend’ mag dan legendarisch zijn, een ritje over flink geaccidenteerd terrein na een voluptueuze maaltijd is nauwelijks aan te bevelen. Nee, voor veel hedendaagse liefhebbers is de eend een ‘lijntje met het verleden’: Een dierbare herinnering aan hun jeugdjaren, als de ‘Lelijke Eend’ nou net dat ene autootje is wat als tweedehandsje kan worden bekostigd met het schamele studentenbudget.

Eerste 2CV uit 1939 met één koplamp (foto: Wikipedia)

Goedkoop

Dat is een van de primaire criteria van Pierre Jules Boulanger, stuwende kracht en projectleider van de Citroën 2CV-productie in 1935. Het moet een auto worden die toegankelijk is voor het grote publiek: goedkoop, praktisch en eenvoudig te bedienen. Een ‘paraplu op vier wielen’, zoals Boulanger de door hem ‘gedroomde auto’ omschrijft. Citroën heeft, nadat de fabriek in 1934 door financieel wanbeleid (goklust van André Citroën en onverantwoord hoge investeringen in de ‘Traction Avant’) in handen is gekomen van bandenfabrikant Michelin, behoefte aan een commercieel succesnummer. De Citroen 2CV moet dat gaan worden.

De Italiaanse ontwerper van de 2CV Flaminio Bertoni (foto: Wikipedia)

Pakket van eisen

Op basis van marktonderzoek komen de ontwikkelaars van Citroën uiteindelijk tot het volgende eisenpakket waaraan de nieuwe auto van de Franse fabrikant moet voldoen: Het moet een voertuig worden dat twee boeren met 50 kilogram aardappelen of een vat met 50 liter wijn kan vervoeren met een snelheid van 60 kilometer per uur. Ook moet de auto over voldoende ruimte beschikken om een schaap mee te nemen. De auto moet zo comfortabel rijden dat eieren in een mand niet zullen breken wanneer de auto over een stuk omgeploegd land zal rijden. Verder moet de auto eenvoudig te bedienen zijn: een boerin moet ermee naar de markt kunnen rijden. Ook moet de boer, met zijn zondagse hoed op, er in passen zodat hij per auto naar de kerk kan. Tenslotte moet de auto zuinig zijn en betrouwbaar. En wat het uiterlijk van de auto betreft: dat wordt volstrekt onbelangrijk geacht.

Eén koplamp

Op 2 september 1939, om precies 12 uur, is het zover dat de eerste ‘Deux Chevaux’ in de Citroënfabriek van de band rolt: een wagen die volledig voldoet aan het eerder gestelde eisenpakket. De auto is vormgegeven door Flaminio Bertoni, die ook al eerder verantwoordelijk is geweest voor het uiterlijk van de Citroën ID/DS en de Traction Avant.

Opvallend

Opvallend is dat de auto over slechts één koplamp beschikt. Hiermee hoopt men bij Citroën het brandstofverbruik nog meer omlaag te krijgen. Nadat een prototype tijdens een proefrit wordt aangereden, omdat de tegenligger op dat moment denkt met een motorfiets te maken te hebben, besluit men alsnog een tweede koplamp toe te voegen.

Salon d’Automobile Paris

Ondanks het feit dat de 2CV in 1939 klaar is om aan de wereld te worden getoond, zal het nog negen jaar duren voordat de wereld kennis zal gaan maken met de Deux Chevaux. De aanvankelijke presentatie is gepland op de Salon d’Automobile Paris van oktober 1939, maar vanwege de Tweede Wereldoorlog wordt de Salon afgelast.

Uiteindelijk wordt de auto na de oorlog, en na nog een grondige verandering van het oorspronkelijke ontwerp, aan pers en publiek voorgesteld gedurende de Salon d’Automobile Paris van 1948.

Drie jaar wachttijd

Vanaf de start van de verkoop blijkt de 2CV een groot succes. Aanvankelijk zijn het voornamelijk boeren en zorgverleners zoals huisartsen die in de nieuwe Citroën het ideale vervoermiddel zagen. Daarnaast rijden ook veel bekende Franse kunstenaars in 2CV’s. Dat komt omdat zij de auto’s gratis krijgen. Citroën ziet dat als een mooie manier van reclame maken. Vooral de Franse boeren zijn enthousiast over de wagen, wat ertoe leidt dat de productie de vraag niet kan bijhouden en de wachttijd voor een nieuwe 2CV oploopt tot 3 jaar.

Negen miljoen

Hoewel de verkoop buiten Frankrijk aanvankelijk langzaam op gang komt, groeit vooral de latere modellen van de ‘Deux Chevaux’ ook in de andere Europese landen uit tot succesnummers. Uiteindelijk worden er tussen 1948 in 1990 bijna 9 miljoen exemplaren van de ‘Deux Chevaux’ verkocht. Daar zijn dan de ‘bestel-eenden’ en de zustermodellen Dyane, Ami en Méhari bij meegeteld.

Succesnummer in Bond film

Ook in een Bond film is de ‘Deux Chevaux’ een succesnummer. Vrijwel aan het begin van de film ‘For your eyes only’ maakt Roger Moore als James Bond gebruik van een Eend. Hoewel een stuntman alles uitvoert, laat Moore in deze spectaculaire scene ook zijn onderkoelde humor er in terug zien.

Iconen

Inmiddels mag de Citroën 2CV zich scharen onder het selecte rijtje van automobiele iconen als de Volkswagen Kever, de Morris Minor, de Mini Cooper en de Fiat 500. Allemaal niet-comfortabele autootjes maar met een onvervangbare schat aan jeugdsentiment, gevangen in blik.

Cookieinstellingen