De berichtgeving over het wegwerken van de achterstand bij het huisvesten van
statushouders leidt tot felle en kritische reacties.
Sommige inwoners nemen het de gemeente kwalijk dat ze blij is met de inhaalslag en leiden daaruit af dat zij de reguliere woningzoekenden laat ‘verrekken’ zoals een inwoner op Facebook stelt. ‘En onze kinderen dan?’, vragen ook anderen zich af. In een blog van de gemeente reageert Horn.
Moreel verplicht
Wethouder
Tom Horn (Wonen) merkt aan de reacties dat het niet iedereen even duidelijk is waarom de gemeente zich sterk maakt voor de huisvesting van statushouders. Hij stelt, dat hij juist wel oog heeft en blijft houden voor andere woningzoekenden. “De gemeente verplicht om statushouders te huisvesten. Dat krijgen we gewoon opgelegd door het Rijk en het is aan de provincie Noord-Holland om toezicht op de voortgang te houden”, aldus Horn. “Ik hecht eraan om nog eens te benadrukken dat het college de morele verplicht voelt om mensen die huis en haard hebben moeten verlaten door verschrikkelijke omstandigheden te helpen een nieuw bestaan op te bouwen. En daar hoort huisvesting bij.”
Minstens vijftig procent
Horn bestrijdt met klem dat de gemeente reguliere woningzoekenden, die dikwijls al jarenlang op een sociale huurwoning wachten, laten verrekken. “Wij hebben er immers juist niet voor gekozen om alle woningen die beschikbaar komen aan statushouders toe te wijzen. Ons uitgangspunt is: minstens vijftig procent voor reguliere woningzoekenden.” In dat verband vindt Horn de term ‘eigen inwoners’ geen goede term: “Statushouders behoren ook tot onze inwoners. Ik heb in het stuk waarover sommigen boos zijn geworden uitgelegd, dat we ons eigen uitgangspunt in de praktijk zelfs overtreffen. Het blijkt namelijk dat 60 procent naar de reguliere woningzoekenden gaat. De resterende 40 procent gaat naar bijzondere doelgroepen en daar weer 15 procent van naar statushouders. Dat is een relatief gering deel. Kortom, de gemeente laat niemand verrekken.”
Achterstand
De wethouder geeft aan dat mede door de keuze om statushouders niet in alle gevallen voorrang te geven de achterstand is ontstaan. "In theorie hadden we er ook voor kunnen kiezen om alle woningen die beschikbaar komen aan statushouders te gunnen. Dan waren de gesprekken met de provincie misschien wat minder ingewikkeld geweest en hingen er misschien geen boetes boven onze hoofden. Maar wij vinden het onverantwoord en onjuist om met onze rug naar reguliere woningzoekenden te gaan staan en alle kansen uitsluitend te benutten voor statushouders. Reguliere woningzoekenden wachten, ook wat mij betreft, al veel te lang. De vraag naar sociale huurwoningen is talloze malen groter dan het aanbod. Wat ik als wethouder moet doen, is de schaarste zo eerlijk mogelijk verdelen en het aanbod vergroten. Beide doen we. Uit alle macht."
Geen borstklopperij
“Het is tegen deze achtergrond dat wij inderdaad blij zijn dat in de huisvesting van statushouders echt schot begint te komen. Eind volgens jaar kunnen we met wat voorspoed uit de rode cijfers zijn. Het is helemaal niet zo, zoals sommigen op Facebook suggereren dat we daar borstroffels bij maken en dat we ons zelf bejubelen. We zijn blij voor de mensen die dit aangaat. En dat zijn de statushouders maar óók de andere woningzoekenden”, aldus Horn. “Als wij de achterstand namelijk niet wegwerken, zou het kunnen gebeuren dat de provincie Noord-Holland de klus van ons overneemt. En dan zou het wel eens zo kunnen gaan dat alle woningen die beschikbaar komen naar de statushouders gaan.” Over het verwijt van een inwoner die letterlijk zegt dat corporatie Ymere zo maar statushouders woningen in knalt, zegt Horn tenslotte stellig: “Dat is niet waar. Vluchtelingenwerk begeleidt deze mensen.”