Het komt vaker voor dat piloten van
KLM door tijdsdruk en haast fouten maken bij het opstijgen. Dat meldt de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in een rapport over een KLM-vlucht in 2018, waarbij een Boeing 737 pas op het nippertje loskwam van de startbaan op
Schiphol. Ook toen speelde tijdsdruk en haast een rol, hoewel de gezagvoerder van de vlucht die lezing lijkt te ontkennen.
De OVV boog zich over een KLM-vlucht van Schiphol naar München, op 10 juni 2018. De piloten van een Boeing 737-800, met aan boord 189 inzittenden, stegen toen op vanaf de Buitenveldertbaan, maar deden dat met gedeeltelijk verkeerde berekeningen. Daardoor kwam het vliegtuig pas aan het einde van de startbaan los van de grond. Een dergelijke fout kan fatale gevolgen hebben.
De piloten hadden van de luchtverkeersleiding toestemming gekregen om niet via de oorspronkelijke oprit aan het begin van de baan de Buitenveldertbaan op te taxiën, maar via een andere oprit. De bemanning had voor de gewijzigde situatie een nieuwe berekening moeten maken, met het daarbij behorende startvermogen.
10 meter hoogte
Omdat de piloten ook hadden nagelaten om de - naar later bleek - verkeerde berekeningen te controleren, steeg het vliegtuig te laat op. Het hing op slechts 10 meter hoogte, toen de startbaandrempel werd gepasseerd. Als de Boeing voor het opstijgen een noodstop had moeten maken, zou hij pas 247 meter na de startbaan tot stilstand zijn gekomen, waarschijnlijk met alle rampzalige gevolgen van dien.