Het winkelwagentje is jarig: 82 jaar oud, multifunctioneel en resistent voor heel veel bacteriën

Foto: Pixabay

Vandaag viert het winkelwagentje zijn verjaardag en is het 82 jaar geleden, dat deze op 4 juni 1937 is geïntroduceerd door Sylvan Goldman in zijn Humpty Dumpty supermaktketen in Oklahoma City. Hij introduceert daarmee de allereerste winkelwagentjes. Boodschappen sjouwen in een mandje zal vanaf die dag verleden tijd zijn geweest, ware het niet dat niemand ze wil gebruiken.

Meer boodschappen ondanks crisis

Als je economisch succes wilt halen moet je tegen de stroom in durven zwemmen. Een typisch voorbeeld daarvan is Sylvan Goldman, voormalig eigenaar van de Humpty Dumpty supermarktketen in Oklahoma City. Midden in de crisisjaren besluit hij om het zijn klanten, in de meest praktische zin, gemakkelijk te maken om veel boodschappen te doen. Al jarenlang ziet hij dat zijn klanten lopen te sjouwen met mandjes. Dat heeft voor de klant als nadeel dat het een vermoeiende bezigheid is en voor de winkeleigenaar dat de mandjes een beperkte inhoud hebben en dat klanten dus maar relatief weinig boodschappen in één keer mee kunnen nemen. 

Van vouwstoel tot winkelkar

Het grote ‘eureka-gevoel’ krijgt Goldman als hij een paar vouwstoeltjes ziet staan. Zijn gedachte: Plaats een mandje op de zitting, daaronder nog een mandje, en onder de poten vier wielen en iedereen is blij. Samen met onderhoudsman Fred Young bouwt Goldman een eerste prototype van de ‘Folding Basket Carriers for Self-Service Stores’ en introduceert deze in zijn Humpty Dumpty Grocery Store.

Geen succes

Anders dan Goldman verwacht slaat het winkelwagentje aanvankelijk niet aan bij het winkelende publiek. Voor de vrouwen roepen de winkelwagentjes te veel associaties op met de kinderwagen, die ze al genoeg hebben voortgeduwd, en voor de mannen komt het wagentje zwaar in conflict met hun macho-instinct (Ik ben toch geen vrouw, ik kan wel een mandje tillen!)

‘Klappers’

Voor Goldman is dat reden om naar een nieuwe truc te grijpen. Het is bij hem bekend dat in theaters, bijvoorbeeld bij premières vaak betaalde ‘klappers’ in de zaal zaten. Mensen die, door te beginnen met applaudisseren, het ijs breken voor de rest van het publiek, dat dan vervolgens ook gaat klappen. Dezelfde truc hanteert Goldman nu in zijn supermarkt. Hij huurt voor elke winkel een aantal mensen in, verschillende types vrouwen en mannen variërend in leeftijd van twintig tot zestig. Deze modellen moeten met een kar vol boodschappen rondrijden in de supermarkt en min of meer spontaan andere klanten aanschieten met  opmerkingen in de trend van ‘Handig hè, zo’n karretje. Waarom gebruikt u die niet?’

Spreekwoordelijke schaap

Met deze modellen was snel het spreekwoordelijke schaap over de dam. Het duurt welgeteld één week totdat het merendeel van de klanten van Humpty Stumpty het winkelwagentje gebruikt en Goldman het beoogde effect ervan kan zien op zijn omzet.

Winkelwagen als core-business

Wat Goldman vooraf niet heeft kunnen bedenken is dat het succes van het winkelwagentje dat van zijn winkels zal gaan overtreffen. Nadat Goldman octrooi heeft aangevraagd en gekregen op zijn ‘Folding Basket’ willen ook andere supermarktketens gebruik gaan maken van winkelwagentjes. Goldman krijgt zoveel aanvragen dat er in 1940 al een wachtlijst ontstaat van zeven jaar voor deze mobiele winkelmandjes.

Nieuwe ontwikkeling

Een nieuwe ontwikkeling vindt plaats in 1946, wanneer de uit Kansas City afkomstige uitvinder Orla Watson octrooi aanvraagt op een winkelwagentje waarvan de achterkant zo is ontworpen dat de wagentjes in elkaar kunnen schuiven. Het is het systeem wat we vandaag de dag nog steeds gebruiken. In vergelijking met Goldman’s model bespaart dit erg veel winkelruimte. Aanvankelijk protesteert Goldman tegen de toekenning van dit octrooi, omdat hij ook zelf inmiddels een dergelijk systeem heeft ontwikkeld. In 1949 weten Goldman en Watson elkaar echter te vinden. Goldman staat zijn rechten af aan Watson in ruil voor een lucratieve licentieovereenkomst, die hem in korte tijd multimiljonair maakt.

Verliezers

Met de introductie van de het winkelwagentje wordt dan de weg vrijgemaakt voor grootschaliger winkels. Dat betekent dat er in dit verhaal ook verliezers zijn. En dan heb ik het vooral over de kleinere, vaak familiebedrijven. Aan het begin van de zestiger jaren heeft Nederland op ongeveer iedere hoek van de straat een kruidenierswinkel, een bakker, een melkboer, een groenteboer en een drogist. Met de opkomst van de grotere supermarkten, die door hun grotere omzet hun producten ook voordeliger kunnen leveren, verliezen deze kleine bedrijven veel klandizie en hebben zij in veel gevallen het hoofd niet meer boven water kunnen houden. Het gevolg is dat in Nederland tussen 1960 en 1980 honderdduizend kleine bedrijven hun deuren moeten sluiten.

Kleine kruideniers de grote verliezers (foto: wikipedia)

Multifunctioneel en bacterie-resistent

Inmiddels ligt het kruideniersleed al ver achter ons en zijn we volledig gewend geraakt aan het winkellandschap met grote winkels en winkelwagentjes. Heel veel winkelwagentjes, want er komen er nog steeds bij. Op dit moment worden er jaarlijks 1,25 miljoen winkelwagentjes geproduceerd, grotendeels nog steeds volgens het model dat zich nu al driekwart eeuw heeft bewezen als uiterst functioneel, zo niet multifunctioneel. Want de karretjes worden voor allerlei dingen ingezet waarvoor ze aanvankelijk niet zijn ontworpen. Ze worden ingezet als kinderwagen, als vervoermiddel voor de hond, ze worden gebruikt bij verhuizingen of bij afvoeren van tuinafval. Het kan allemaal, alleen zit daar wel een minpuntje aan: de hygiëne. Een Japans onderzoek heeft uitgewezen dat er aan winkelwagentjes meer bacteriën kleven dan aan de gemiddelde wc-bril.
Met dat in het achterhoofd denk ik met weemoed terug aan de kruidenier op de hoek… zonder winkelkarretjes.

Barbecue of barbecart (foto: wikipedia)
Cookieinstellingen